Friday, July 15, 2005

Een laatste blik op al het moois

Aan het einde van een vakantie hebben we het altijd helemaal door: hoe snel op te staan, in te pakken, uit te checken en op weg te gaan. Zo ook vanochtend, binnen een half uur na het wakker worden van de kinderen is de auto ingepakt en zijn we uitgecheckt!! Dat mag toch wel vermeld worden!

Het ontbijt halen we bij McDonald’s, maar Saskia vindt daar echt niets lekker. Gelukkig is er ook een schattig klein drive through espresso standje, Rocky Mountain Mudd Espresso, waar je ook smoothies kunt bestellen. Dus krijgt ze een heerlijke perzik smoothie met slagroom als ontbijt. Tja. Daarbij hebben ze ook nog eens compleet Nederlandse stroopwafels, dus die moeten we ook hebben, natuurlijk! En dat in het midden van het Wilde Westen van Amerika!! Het zijn van die lekkere, waar de stroop tussenuit gelekt is.

Om tien over acht zijn we dan echt op weg, begonnen aan onze laatste rit door de Nationale Parken. Ik voel me wel een beetje weemoedig, we hebben zoveel natuurpracht gezien en ik zou nog zoveel meer willen! Ik zou hier wel vier seizoenen willen blijven, gewoon om de kleuren en fenomenen te fotograferen!

Aan de andere kant zijn we het er allemaal over eens, dat we hier niet zouden willen wonen. De Nederlandse vrouw, die ik een paar dagen geleden sprak, keek me zo vreemd aan, toen ik zei, dat ik het leven hier in de VS heerlijk vind. Zij zou “hier” niet willen wonen. Ik heb meteen uitgelegd, dat er een hemelsbreed verschil is tussen het wonen in Vienna, Virginia (door Money magazine en CNN overigens verkozen als vierde beste plaats in de VS om te wonen!) en in waar dan ook in het westen van de VS, waar zij voornamelijk vakantie hielden.

Al vrij snel nadat we Cody uit rijden, bevinden we ons in complete wildernis. Dit is het Buffalo Bill State Park en even later rijden we door het minieme plaatsje Wapiti.

Daarna wordt het landschap echt interessant. We zien nu allerlei “hoodoos”, grillige rotsformaties van het soort, dat we twee jaar geleden ook in Bryce Canyon hebben gezien, alleen niet zo oranje gekleurd. We stoppen wij Goose Rock, die er inderdaad als een gans uitziet en bij Chimney Rock, maar de uitzichten zijn de hele weg prachtig.

Vijftig mijl buiten Cody rijden we Yellowstone National Park weer binnen, dit keer bij de East Entrance (Oost Ingang). Nu hebben we alle in- en uitgangen gehad. Deze ingang is niet zo mooi, aan beide kanten van de weg zijn kale rotsen en het ziet eruit alsof er een landverschuiving heeft plaatsgevonden. Dat zou ook de compleet ruwe weg, die we tot the top van de Sylvan Pas moeten rijden, uitleggen.

Een paar mijl het park in staan we abrupt stil. Een vrouw met een officieel uniform en een stopbord komt ons zeggen, dat we tenminste een half uur stil zullen staan. Balen! Maar ja, wat doe je eraan?

Ik besluit de gelegenheid waar te nemen om wat macro fotografie van de vele wilde bloemen hier te maken. Ik klim door van alles en voor ik het weet is er een kwartier voorbij. Dan komt een er auto toeterend de tegenliggende kant af en springen we allemaal weer in de auto. Als de andere kant mag, mogen wij vast ook snel. En inderdaad, zo’n 5 minuten later worden wij door de “pilot car” de berg op geleid. Het is een heel ruwe weg en mooi is het allemaal niet. Dit zijn serieuze weg werkzaamheden!! Die zie je in ons deel van het land niet zo, daar is hooguit een baan gesloten, maar dan rijd je nog wel over een geasfalteerde baan, hier is geen asfalt te bekennen!

Net zo plotseling als we stilstonden zijn we bovenaan de pas en wordt de weg weer een gewone tweebaansweg. De pas is 2600 meter hoog en we beginnen nu aan de afdaling naar Yellowstone Lake, dat nog op ongeveer 2300 meter ligt. Terwijl je daar rijdt heb je geen idee van hoogtes, trouwens.

We krijgen nu prachtige panorama’s te zien van het Yellowstone Meer en de gebergten eromheen, in de verte zien we het Teton gebergte al liggen! We maken foto’s, maar zo’n panorama is vrijwel onmogelijk in beeld te brengen.

Even later rijden we een gebied binnen met ontzettend veel gele en blauwe bloemen. Hele velden bloeien er tussen de verbrandde boomstammen, het geheel biedt een interessant perspectief en is zeer fotogeniek. Grappig, dat hier geen nieuwe dennenbomen tussen de verbrandde stammen groeien, zoals elders in het park.

Weer wat later stoppen we bij Steamboat Spring. Dit sissende geheel heeft een rode vlek aan de basis. Dat is van een soort sulfide, dat zwaar giftig is. We lezen trouwens in ons boek (ik heb verschillende boeken als bijbels gebruikt, deze reis), dat onbemande robotvoertuigen de temperaturen van het water in het meer gemeten hebben. Het heetst is het bij Mary’s Bay en wel 100 graden Celsius! Kokend, dus! Daar wil je niet per ongeluk in vallen! Dit alles zal wel de reden zijn, dat je vrijwel geen boten op het meer ziet.

Bij Fishing Bridge zien we weer een bison bij de winkel staan en het is pas kwart over elf. We besluiten even van onze route af te wijken om even ten noorden een laatste blik op de Yellowstone bisons te slaan. De kudde is veel verder van de weg vandaag, dan de vorige keer, dat we hier waren. Wel zien we een heel stel witte pelikanen en vooral ontzettend veel vissers! De rivier staat vol met mannen in speciale vissersuitrusting. Ik kijk er constant naar, maar ik zie niemand iets vangen!

We rijden nog even langs het gebied van de Mud Volcano, waar een paar dagen geleden een bison vlakbij lag. Nu zien we wel twee bisons, maar niet waar we er dichtbij kunnen komen.

Het is inmiddels lunchtijd en we zijn het dichtst bij Lake Village. Er zijn 5 “villages” met restaurants in Yellowstone en wij hebben ze alle vijf bezocht deze vakantie. Vandaag eten we bij Lake Yellowstone Hotel, een historisch hotel met een goed restaurant, hoewel de bediening wat langzaam is. Vlak voor een van de panorama ramen van het hotel ligt een bison rustig te kijken. Het blijft de hele maaltijd “de” attractie voor de kinderen! Ze kunnen er zelfs buiten ontzettend dichtbij komen, wat mij wel ietwat nerveus maakte, want bisons lijken zo rustig en lief, maar ze zijn natuurlijk wel wild!

Het eten is heel erg lekker. Ik moet zeggen, alle restaurants in dit park hebben gezond en lekker eten. De porties zijn niet gigantisch, maar gewoon smakelijk en genoeg. Wat dat betreft doet Xanterra (dat ook andere nationale parken, zoals Grand Canyon en Zion, beheert) het goed in mijn ogen.

Voor we verder gaan moeten er nog bedeltjes voor de souvenir armbanden gekocht en Rick vindt een leuk t-shirt (hopelijk gooit hij nu ook wat oude t-shirts weg!!!).

Hierna beginnen we aan ons laatste stukje nooit gereden weg in Yellowstone! We hebben, als we bij West Thumb geyserbasin aankomen, alle verharde en ook een aantal onverharde wegen in het park gereden.

Bij West Thumb lopen we voor de tweede keer de route op de houten planken. Ik wilde namelijk close up foto’s maken van de gentianen, die hier groeien. Om de een of andere reden bloeien er prachtige blauwe gentianen langs deze hot springs. Nergens anders in het park vind je ze!

We brengen een laatste bezoek aan de “compost” toiletten, die de kinderen zo vreselijk vinden. We grappen telkens met ze, dat ze nooit eens echt zullen kunnen kamperen, want ze gaan niet achter een boom en dit soort toiletten vinden ze ook al helemaal niets.

Bij Lewis Falls maken we onze voeten nat in het koele water. Lekker voelt dat! Even later zien we bij Moose Falls mensen bij de waterval zwemmen. Jammer, dat we dat niet wisten, een koele duik was wel lekker geweest!

In plaats daarvan zien we een slangetje. Rick en Kai zijn erdoor gefascineerd. Het is een zwarte met gele strepen en hij heeft ronde ogen, dus is niet giftig, volgens het verhaal. Na het bezoek aan het ratelslang museum gisteren is er een petitie begonnen door de kinderen om ook een slang te mogen. Ammenooitniet!!!

We rijden Yellowstone National Park uit en zeggen het allemaal luid gedag. Wat een park! Hier wil ik zeker eens terugkomen!!

Een paar mijl verderop kopen we drankjes bij Flagg Ranch. Ik heb zo’n dorst, dat ik mijn diet iced tea al voor we betalen open en opdrink! In tegenstelling tot thuis in Virginia is het hier warm en droog, daar is het warm en vochtig.

Als we door Grand Teton park rijden kijken we links en rechts, hopend een eland te zien. Dit park staat daar zo bekend om, maar we hebben er maar drie gezien. Wel zien we nog een kudde bisons en een pronghorn antilope, de laaste vind ik prachtige dieren, helaas hebben we er maar twee gezien en deze was veel te ver weg voor een foto!

Na nog een stop in Moose voor de allerbelangrijkste Grand Teton bedel en nog een zakje Katja drop (het eerste was vrijwel op) rijden we door naar Jackson. Hier checken we in bij de Trapper Inn en krijgen dezelfde heel ruime kamer, als de eerste nacht. Ieder zijn eigen bed, dus nachtrust gegarandeerd.

We eten vanavond bij het Gun Barrel Steak and Game House. Dit restaurant was vroeger een museum en een plaats waar dieren opgezet werden. Dit is nog steeds te zien aan alle opgezette dieren in het restaurant. Het menu heeft heel wat elk en bison gerechten en we eten er smakelijk. Onze laatste Western maaltijd, ik moet toegeven, dat ik wel weer even genoeg biefstukken heb gegeten, of die nu van de bison, elk of koe zijn!

2 Comments:

Blogger Annie said...

Hoi Petra,

Ik heb genoten van je verslag, het was net of we weer terug waren, volgend jaar gaan we waarschijnlijk weer deze parken doen maar dan in juni/juli.
Dat er geen nieuwe bomen groeien op de weg naar de oostingang (Cody) komt waarschijnlijk door de brand van 2003, toen wij er waren in het najaar van 2003 brande het nog op een paar plaatsen en 14 dagen voor we er kwamen was de weg zelfs afgesloten i.v.m. deze branden.

11:54 AM  
Blogger Nel said...

Ook ik heb ontzettend genoten van je verslag. Door wat jullie allemaal hebben gezien en beleefd, krijg ik enorme zin om dit stukje Amerika in een reis te verwerken en minstens 5 dagen in de NP rond te rijden.
Als je dit leest is alles al weer voorbij en lonkt New York.., weer heel wat anders, maar ongetwijfeld zal ook dat reisje weer z'n charmes hebben.

2:00 AM  

Post a Comment

<< Home